Kasteel Hoogemeyer.
Het kasteel Hogemeier toont een op het eerste zicht vrij complex volume, opgetrokken in bak- en natuursteen en bestaande uit een midden 18de eeuwse kern die rond 1860 aanzienlijk werd uitgebreid. De circa 1750 te dateren kern omvat een vijf traveeën breed en twee bouwlagen en een mezzanino hoog volume dat wordt geflankeerd door twee licht terugwijkend en symmetrisch geplaatste, twee traveeën brede en een gelijkvloers en een mezzannino tellende bijgebouwen. Hoofd- en bijgebouwen zijn respectievelijk afgedekt met een leien schilddak en een afgewolfd zadeldak en afgewerkt, voor zover niet afgebladderd, met een wit geschilderde gevelbepleistering. De voorgevel toont een symmetrische en evenwichtige gevelopbouw bepaald door hoge, lichtgetoogde vensteropeningen in een witnatuurstenen omlijsting van plattebanden met licht vooruitspringende en trapeziumvormige sluitsteen. De centraal geplaatste inkom wordt licht geaccentueerd door een eveneeens lichtgetoogde deuropening in een vlakke omlijsting met trapeziumvormige sluitsteen en geprofileerde druiplijst. De houten ramen zijn samengesteld uit een vast bovenlicht en driedelige raamvleugels met smalle regels. In oorsprong vermoedelijk een kopie van de voorgevel toont de achtergevel een minder homogene en evenwichtige opbouw als gevolg van een 19de-eeuwse uitbreiding. Het leien schilddak van de middenbouw wordt verlevendigd met smeedijzeren sierbekroning, zes kleine dakkapellen en centraal een met leien bekleed klokkentorentje met ingesnoerde spits en peerbekroning.